Binnenland
Ontwikkelingshulp: Stientje van Veldhoven kost 1.000 euro per dag

Het World Resources Institute (WRI), waar staatssecretaris Stientje van Veldhoven (D66) vorig jaar plotseling directeur werd, boert goed bij de Nederlandse overheid. Zeker drie ministeries leggen jaarlijks meer dan 750.000 euro bij, Buitenlandse Zaken alleen al draagt bijna vijf miljoen per jaar bij.
Dat blijkt uit jaarverslagen, accountantsrapportages en Amerikaanse belastingverklaringen van het WRI, die voor deze lange reportage door Indepen zijn onderzocht. Want: wie zíjn die mensen die daar werken? En wat krijgen ze betaald?
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat pakt de rekening voor heel wat loonstrookjes bij het WRI, bleek al meteen nadat Van Veldhoven in de zomer van 2021 plotseling uit het kabinet vertrok. Ze had dankzij haar publieke functie al een tijdje zitting in een van de besturen binnen het WRI.
Het instituut wordt door klimaatjournalisten in de bladen van DPG media omschreven als ‘toonaangevende milieugroep’ en ‘gezaghebbende’ denktank. Het hoofdkantoor is gevestigd in Washington DC, in de Verenigde Staten. WRI wordt gefinancierd door donoren die aan ontwikkelingshulp doen, van ministeries uit westerse landen tot ngo’s, maar ook opvallend veel filantropen en mondiale bedrijven. In het meest recente jaarverslag zijn dat bijvoorbeeld de Bill & Melinda Gates Foundation, de Rockefeller Foundation, het World Economic Forum en bedrijven met wereldwijde en lokale superstatus zoals Microsoft, Google, Apple, Unilever, Pfizer, Nestlé, Bloomberg, DSM, FrieslandCampina, Gates Ventures, Heineken, Philips, Rabobank en IKEA.
Het World Resources Instituut staat bekend als een non-gouvernementele organisatie zonder winstoogmerk. Maar dat is niet helemaal waar, blijkt uit bestudering van de accountantsrapportages die Grant Thornton jaarlijks opstelt, en die het WRI op grond van onder andere Amerikaanse regels transparant openbaar maakt op zijn website. Het WRI heeft een aantal ‘filialen’, zoals WRI Europe waar Van Veldhoven nu directeur is. Een van de belangrijkste filialen zit in India, waar (wetenschappelijk) onderzoek wordt uitgevoerd naar onderwerpen die te maken hebben met landgebruik, voedsel- en energiebehoefte en waterbeheer. Juist deze entiteit van het WRI mag wél winst maken.
Nederlandse sleutelrol
Dat zou nooit hebben gekund zonder de jarenlange financiële inzet van Nederland, valt jaar op jaar te lezen in het annual report van WRI. Uit antwoorden op Kamervragen van SP-Kamerid Leijten door premier Rutte na het opvallende vertrek van Van Veldhoven (kort na de ‘functie-elders’-crisis in de kabinetsformatie), bleek oktober 2021 al dat Stientjes ministerie subsidies had verstrekt voor verschillende projecten, oplopend tot in totaal 1,5 miljoen euro verspreid over meerdere jaren:
Vraag Leijten:
“Kunt u laten weten op welke momenten de subsidie aan het World Resources Institute binnen het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat zijn besproken en heeft de voormalig Staatssecretaris daar bemoeienis mee gehad?”
Antwoord minister-president:
“In november 2018 heeft de voormalige Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat besloten om een jaarlijkse bijdrage van 200.000 euro te verstrekken aan het Platform for Accelerating the Circular Economy (PACE) voor de periode 2019–2021. Het WRI voert het secretariaat van PACE. In maart 2021 heeft de voormalige Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat besloten om deze jaarlijkse bijdrage van 200.000 euro ook te verlenen voor de jaren 2022–2024.
Daarnaast heeft de voormalige Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat in maart 2021 besloten een éénmalige subsidie van 98.762 euro aan PACE te verstrekken om monitoringsonderzoek te doen naar de transitie van de circulaire economie, onder andere in het kader van de door Nederland georganiseerde WCEF+Climate conferentie.
In september 2018 is door de voormalige minister van Infrastructuur en Waterstaat een subsidie verstrekt van 760.000 euro aan WRI voor kennisontwikkeling op het gebied van klimaatadaptatie en de ondersteuning van de Global Commission on Adaptation.
In al deze gevallen is conform ambtelijk advies besloten”.
Dit is echter maar een tipje van de sluier, blijkt uit de jaarverslagen van WRI. Dit is te lezen in 2019, bijvoorbeeld: “Launched in October 2018 with the support of the Netherlands, the Global Commission on Adaptation seeks to elevate adaptation solutions on the global agenda, culminating in a Year of Action in 2020. WRI is the managing partner of the Commission, with the Global Center on Adaptation in Rotterdam and Groningen.”
Dat is een aparte projectorganisatie, waarbinnen een nieuw project wordt uitgevoerd. Nederland haalde hiermee een nieuw kennisinstituut naar Nederland, met bijbehorende werkgelegenheid maar vooral met prestige. De moederorganisatie dreef echter tot 2018 wel al jaren op Nederlands subsidiegeld, afkomstig van de begroting voor ontwikkelingssamenwerking. Nederland betaalt samen met de overheden van Zweden en Denemarken de ‘core funding’, de bekostiging van de basisorganisatie, van waaruit al dit soort projecten worden uitgevoerd.
Dat gaat volgens het accountantsrapport om 4,3 miljoen euro per jaar:
“In December 2017, Ministry of Foreign Affairs of the Netherlands awarded the Institute a $4,300,000 grant for the first year of a five year-program to support the implementation of Institute’s Strategic Plan 2018- 2022. In December 2018, a $4,300,000 grant for the second year was awarded for the project. With sufficient funds made available by the budget legislator, an additional $12,900,000 will be awarded for Year 3 to Year 5. As of September 30, 2019 and 2018, the Institute has received $8,600,000 and $4,300,000, respectively; and the Institute has spent $8,080,745 and $3,806,148, respectively”.
Buitenlandse Zaken is echter niet het enige ministerie dat bijdraagt. Ook Economische Zaken en Klimaat, Infrastructuur en Waterstaat, en Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit staan in jaarverslagen van de afgelopen zes jaar vermeld, de meeste jaarlijks. Prins Jaime Bourbon-Parma zit in de raad van advies.
De bedragen die Nederland schenkt, lopen flink op. De annual review noemt de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken als speciale donor, goed voor in totaal 21,5 miljoen dollar in de vijf jaar van 2018-2022. In ruil daarvoor mag Nederland onder meer pronken met allerhande plannen op het wereldtoneel, zoals tijdens de klimaattop eind vorig jaar in Egypte, met een plan om de fiets wereldwijd op de kaart te zetten als CO2-neutraal vervoersmiddel.
Voer voor vleeshaters
In Nederland valt intussen vooral op hoe het WRI de toon zet in de activistische lobby die zich richt op het verminderen van de vleesconsumptie; niet door zelf op de trom te slaan, maar door het aanleveren van cijfers aan activisten. Dat slaagt regelmatig, blijkt uit een analyse van de publicaties met en over het instituut.
Zo schreef de Groene Amsterdammer in december 2022: “Als de huidige trends doorzetten is de vraag naar vlees halverwege deze eeuw nog eens verdubbeld, vooral door een toename van de vleesconsumptie in Aziatische landen waar het vleesrijke westerse dieet steeds meer geëvenaard wordt. In dit scenario, zo concludeerden onderzoekers van de Wereldbank, de Verenigde Naties en het World Resources Institute (denktank voor duurzaamheids- vraagstukken) in een alarmerend rapport getiteld Creating a Sustainable Food Future, moeten vrijwel alle bossen op aarde gekapt worden om plaats te maken voor landbouwgrond.”
In een interview met een vakblad voor milieuprofessionals legt Van Veldhoven uit dat dit precies de bedoeling is: niet zelf van de daken schreeuwen. Het blad schrijft:
“Veertig jaar geleden is het World Resources Institute (WRI) in Amerika opgericht. Inmiddels zijn er ook kantoren in China, India, Indonesië, Afrika, Europa, Brazilië en Mexico. “Ons werk doen we veelal op de achtergrond”, laat Van Veldhoven weten. “Het WRI is geen partij die de straat op gaat of een grote campagne voert. Wij brengen data bij elkaar en maken op basis daarvan analyses voor beleidsmakers.” Dit gebeurt op basis van wetenschappelijke data. “We houden bijvoorbeeld wereldwijd de ontbossing bij, net als de uitputting van de ondergrondse watervoorraden. Die kennis vertalen we naar mogelijke knelpunten, gekoppeld aan mogelijke oplossingen.””
Dat wil niet zeggen dat het alleen maar om die informatieverzameling gaat, ook al is die via de Indiase tak van het WRI dus winstgevend uit te voeren door Stientjes organisatie. Maar daar blijft het voor haar niet bij, zegt ze tegen de Groene Amsterdammer: “WRI zet zich in om met die kennis ook de noodzakelijke veranderingen tot stand te brengen. Rechtstreeks of via een aantal van de platforms die we hosten. We zijn dus een internationale denk- en doe-tank. Dat is misschien wel het speciale recept van WRI.”
Zo liep WRI in 2020 voorop bij het verspreiden van het ‘build back better evangelie’, en in de jaren daarna werd bereikt dat er een klimaatschadefonds onderdeel wordt van de VN-klimaatafspraken. Maar er bloeide nog iets veel mooiers binnen het WRI, te weten de beleggingsportefeuille. In het jaar dat Stientje de ngo kwam versterken, blijkt het geïnvesteerd vermogen te zijn verdubbeld, vooral door investeringen in equity funds, beleggingsfondsen:
Bron: jaarrekening WRI 2021
Transparantie
De komende tijd gaan we vermoedelijk nog meer horen van de ‘publieke werken’ van D66’er Van Veldhoven. Want het blijft niet bij de subsidies die hierboven zijn beschreven, en dankzij nieuwe transparantievereisten rond de verstrekking van overheidsgelden kunnen we allemaal meekijken in de bedrijfsvoering.
Neem bijvoorbeeld projecten die te maken hebben met watermanagement in derdewereldlanden, die Nederlandse bedrijven en kennisinstituten uitvoeren, in een coalitie waarin het WRI een leidende rol speelt. In de verslaglegging daarover staat zwart op wit wat uit de cijfers al wel opdoemde: Stientje krijg je niet voor een tientje. Medewerkers van haar kaliber kosten 100 keer zoveel. Per dag. Dat maximum is vastgelegd in de voorwaarden.
D66’ers klagen intussen dat de boerenstand verslaafd is aan overheidssubsidies. Maar dat gaat om heel andere bedragen: gemiddeld jaarlijks 19.000 euro per boerengezin (volgens Frank Kalshoven van de Argumentenfabriek in zijn column in De Volkskrant), maar dit is inclusief alle toeslagen.
Binnenland
Reddingsactie: natuurboer ziet droom de vernieling in gaan

Soms is dringend hulp nodig, moet je met de pet rond. Het oer-Hollands natuurboerenbedrijf GraanGeluk van Marcel van Silfhout is in nood.
En alleen Graandeelhouders, dus donateurs kunnen hem nog helpen, met pakweg duizend mensen moet dat kunnen lukken.
Dit verhaal gaat nota bene over iets dat we allemaal willen: puur Nederlands brood, speciaalbier en streekpasta. Het gaat over een overheid die ondernemers in het nauw drijft en over het behoud van voedselzekerheid.
,,Het is niet leuk om anderen teleur te stellen. Je voelt de pijn omdat je mensen niet betaalt. Dat is klote”, zegt Marcel, die eerder als onderzoeksjournalist voor tv-programma’s zoals Zembla en Reporter reportages maakte en boeken schreef over misstanden in de landbouw- en voedselindustrie. ‘Uitgebeend, hoe veilig is ons voedsel nog?’ maakte in 2014 furore; zijn conclusies haalden de opening van de kranten en het NOS-journaal.
Na een mooie loopbaan in de journalistiek, gooide hij in 2016 rigoureus het roer om en werd hij vol overtuiging natuurboer, omdat Marcel geloofde in akkerbouw met historische granen zonder gebruik te maken van kunstmest en pesticiden. “Ik wilde het beter doen. Ik ben eigenlijk een natuurbeheerder met boerenland.’’
Dít verhaal is een ode aan de boer. Dit is tevens een liefdesverklaring van mij, de schrijfster van dit stuk, maar voorál een maatschappelijke reddingsactie voor de hard werkende ondernemer achter de stichting GraanGeluk én zijn missie.
Van Silfhout richtte in 2019 in Wageningen de stichting GraanGeluk op. ,,We hebben hier altijd het pittoreske graanlandschap gehad. Op onze zandgronden op de Veluwezoom horen rogge, gerst, haver en boekweit. Ze horen hier gewoon thuis. Dat zijn cultuurhistorische natuurwaardes. Het is niet dat ik hier landbouw aan het bedrijven ben. Nee, ik ben hier natuur aan het bedrijven.’’
Op de 43 hectare akkers, bewerkt door de beste grondwerkers, kan jaarlijks graan worden geoogst om daarmee zo’n 350.000 Nederlandse broden van te bakken. In de Wageningse Stadsbrouwerij wordt er bovendien speciaalbier van gebrouwen, waarmee GraanGeluk drie grote prijzen won.
In 2020 won Gelders GraanGeluk de gouden medaille in de Brussels Beer Challenge, in de categorie voor het Beste Speciaalbier onder de zeven procent.
Van Silfhout won later de Arca Deli Award, een Europese prijs van de Save Foundation voor het behoud van oude gewassen en rassen.
In december sleepte Stichting GraanGeluk de Gouden Mispel in de wacht: een belangrijke prijs, uitgereikt aan personen of organisaties die een uitzonderlijke bijdrage hebben geleverd aan de bescherming of ontwikkeling van het Nederlandse cultuurlandschap.
,,Dat waren hoogtepunten voor GraanGeluk. Dat was gewoon knap. Maar wat nu zo paradoxaal is, is dat we ook die gigantische geldzorgen hebben. Dat is een pijnlijk contrast.’’
Onder invloed van corona en andere tegenslag verdween helaas tijdelijk de flow. De rekeningen liepen op. Funding en giften bleven achter. Daarnaast haalde de provincie Gelderland akkers uit productie om er ‘nieuwe natuur’ van te maken; weg waardevolle akkers.
De mooie graanoogst ging bij GraanGeluk rond Wageningen dóor. De volle velden straalden. Maar financieel loopt het nu vast.
,,Corona heeft me enorm parten gespeeld. Ik heb events nodig, om mensen te inspireren.’’
Maar die positiviteit kwam ernstig onder druk door de lockdowns en andere tegenslagen. Donaties zijn nog ontoereikend en subsidies laten op zich wachten; inmiddels is er gat op de begroting van bijna 35.000 euro.
Ondanks de prachtige resultaten op de akkers, slaat de wanhoop toe. Een droom dreigt in rook op te gaan. Een uniek en baanbrekend boerenbedrijf zal toch het ravijn niet instorten, inclusief lokale voedselzekerheid? Ons eigen eten!
Wij hebben in Nederland ondertussen onze hardwerkende Noordzee-vissers al zien versplinteren. En veeboeren worden haast als milieucriminelen gedemoniseerd.
Maar ook natuurboer Marcel, die juist géén pesticiden of ander gif gebruikt, staat door alle systeemveranderingen en de gegijzelde landbouw zwaar onder druk. Akkers werden opgekocht door de provincie, omdat de overheid biodiversiteit wil.
Terwijl dat júíst is, wat GraanGeluk brengt: de tijd ver vooruit. Met natuurinclusief boeren. Oergranen, zoals Veluwse Kruiprogge. Zwarte Emmer, Spelt en Grijs Brabants Zandboekweit, met daartussen bedreigde inheems akkerflora, zoals klaproos, kamille, korenbloem en akkerogentroost. Vlinders en bijen.
,,Het is woest makend”, zegt Marcel van Silfhout, terwijl hij evenwel trots en vol passie zijn akkers laat zien, die omringd zijn door bos met stoere eiken en wilgen. ,,Je ziet dat ik in gevecht ben met een overheid die maar niet acteert. Je vraagt je haast af of ze nog wel willen dat we in Nederland ons eigen eten produceren.’’
Liefde is magisch. En met Marcel ben ik in een heidevallei geweest. We liepen langs graan, velden vol geluk en wilde bloemen. In de verte klonken Veluwse wolven.
Op een houten bankje zaten we in dat bos, vlakbij dié akkers. Door het lot, God óf toeval in elkaars aura beland. En nu schrijf ik dít stuk.
Het is een bloemlezing over het vasthouden aan idealen. Over een overheid die ook andere ondernemers met lockdowns, fiscale toeslagen, harde klimaat-deadlines en CO2 straffen over de kling jaagt en in het nauw brengt. Over soevereiniteit, solidariteit en voedselzekerheid.
Marcel gelooft rotsvast dat zijn stichting GraanGeluk kan overleven en zelfs nog gigantisch kan groeien, zodra dat gat op de begroting eenmaal is gedicht. Dit is mogelijk als geld binnenstroomt van burgers en andere geldschieters zodat hij kan doorstarten en investeren.
,,Ik wil naar een andere economie toe. Een lokale zelfvoorzienende economie. Wat ook goed is voor de aarde. Lokaal produceren, waarbij we ons graan verkopen aan de plaatselijke bakker en brouwer. Het is veel te risicovol om al ons eten uit het buitenland te gaan betrekken.’’
Om te overleven en door te groeien, heeft zijn stichting GraanGeluk in ieder geval 35.000 euro nodig. Graandeelhouders en andere geldschieters kunnen de stichting redden en daarmee bijdragen aan het behoud van een stuk voedselzekerheid in ons land.
Een ‘Graandeel’ kost honderd euro. Het is daarmee geen stukje bezit. Het is een gebaar van solidariteit naar deze stichting. Het is ook een belangrijk politiek signaal dat wij ónze ondernemers én agrariërs, met ons éígen eten, koesteren en dat wij dit alles willen behouden.
Een kleinere donatie kan ook: het GraanDeeltje .
Geld storten kan via www.graangeluk.nl
Voor de Graandeelhouders is er als gebaar-van-dank een symbolisch pakketje van pasta en graan. En met een nieuwsbrief wordt iedereen op de hoogte gehouden; ook de graandeeltjeshouders.
Binnenland
Pensioenwet: grondwet ondergeschikt aan politiek gewin PvdA en GroenLinks

Is de Grondwet nog in veilige handen bij het Nederlandse parlement? Kortetermijnbelang ging in de senaat bij het stemmen over de nieuwe pensioenwet boven zekerheid over zuiver staatsrechtelijk handelen. Het was nota bene hoogleraar politicologie Ruud Koole (PvdA) die voorkwam dat een twee derde meerderheid nodig was om die wet te aanvaarden.
Zo’n grote meerderheid (in plaats van een meerderheid van 51 procent of meer) is nodig als het parlement over zijn eigen inkomen stemt. Pensioen is uitgesteld inkomen, en SP-senator Tiny Kox kwam er vorige week achter dat iedereen dat tot dan toe over het hoofd had gezien bij het behandelen van de modernisering van de pensioenen. Alleen al over het concrete voorstel was toen meer dan honderd uur gedebatteerd.
Drie hoogleraren staatsrecht onder aanvoering van Wim Voermans stelden in een brandbrief aan de Eerste Kamer dat een twee derde meerderheid noodzakelijk is. Maar onder meer PvdA-senator Koole vond dat het aan de Eerste Kamer zelf is om dat te bepalen. Aangezien minister Schouten (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) door wilde pakken, waren er volgens Koole ’twee meningen’, en moest de senaat er dan maar over stemmen. Omdat de PvdA en GroenLinks met de coalitie voor de nieuwe wet zijn, volgens critici het ‘casinopensioen’ voorstel van Rutte-IV, gingen beide partijen voor een gewone meerderheid.
Daarvoor stemde ook Paul Rosenmöller van GroenLinks. Hij is bestuurder van het grootste pensioenfonds van het land, het ABP (van ambtenaren, leraren, politie). Dat is niet integer, vindt hoogleraar staatsrecht Paul Bovend’Eert. Ook Ria Oomen van het CDA draagt volgens hem dubbele petten. Zij reageerde als door een wesp gestoken. “Wij kunnen zelf heel goed bepalen wat integer is!”
De rechter mag wetgeving niet toetsen aan de Grondwet, de Eerste Kamer heeft dat ook niet gedaan. Mogelijk speelde mee dat GroenLinks en PvdA door het strategisch stemmen bij de verkiezingen voor de nieuwe Eerste Kamer samen met Rutte-IV een meerderheid hebben in de senaat, zodat Rutte nu een mogelijkheid heeft om te regeren zonder BBB, de grote winnaar van de Provinciale Statenverkiezingen.
Het is goed gebruik om eerst met de winnaar te gaan praten, maar Caroline van der Plas kan haar hand wel overspelen als ze te veel eist.
Evenwel is het beleid van de VVD-CDA-D66-CU coalitie, die haar meerderheid dankt aan de voorkeurstemmen voor het door de christendemocraten weggejaagde Kamerlid Pieter Omtzigt, de afgelopen jaren voor een béétje GroenLinkser om de vingers bij af te likken. Ook de PvdA gaat helemaal voor dure klimaatplannen, nu partijbaron Frans Timmermans hierover de scepter zwaait in de Europese Commissie. Daarmee ligt samenwerking over links meer voor de hand dan met BBB.
Voor de burgers in Nederland betekent dit dat niet alleen het pensioen van werkenden tussen de 35 en 60 jaar er waarschijnlijk op achteruit gaat, maar eveneens dat de koopkracht nu ook zware tijden tegemoet gaat.
De senatoren die afzwaaien nu de Eerste Kamer wisselt, zullen er geen last van hebben. Dankzij Rosenmöller en Koole is dat mooi even nog snel geregeld.
Binnenland
AIVD over kabinet: opstappen

Volgens inlichtingendienst AIVD kan politiek Den Haag bij veel meer mensen onvrede over de overheid wegnemen, dan alleen bij een kleine groep extremisten. Dat staat in het rapport over ‘anti-institutioneel extremisme’. Zo kan het kabinet veel winst boeken als het zich aan de wet gaat houden en daarnaast verantwoording aflegt over zaken die misgaan.
Dit is het belangrijkste ‘subnarratief’ in het rapport van de inlichtingendienst over de wappies, dat deze week veel stof deed opwaaien.
Openbaarheid van bestuur is een ‘kernprincipe’ voor een functionerende rechtstaat, begint de geheime dienst in de inleiding van het stuk, dat schertsend al het dreigingsbeeld wappies wordt genoemd. Gewelddadig is die beweging niet en er zijn ook geen signalen dat escalatie voor de hand ligt op korte termijn.
De ‘anti-institutionele massa’ krijgt zelfs voor de toon van het debat en de inhoud een paar eervolle vermeldingen van de geheime dienst, valt op. “Deze groep maakt juist veelvuldig gebruik van grondrechten als vrijheid van meningsuiting of demonstratie. Men wordt ook juist aangespoord om zelf onderzoek te doen en een eigen mening te vormen.” Met de verdraagzaamheid, diversiteit en inclusie gaat het ook voorbeeldig, signaleert de AIVD: “In tegenstelling tot bijvoorbeeld het rechts-extremisme, worden binnen het anti-institutioneel- extremisme bepaalde bevolkingsgroepen niet weggezet als minderwaardig of als bedreiging.”
Dat past allemaal in de voorwaarden die je voor een goed functionerende rechtstaat nodig hebt, zo verhaalt het theoretisch kader dat de AIVD op papier zette. De rechtstaat heeft naast wetten en plichten ook een werkproces, bijvoorbeeld. De tweet waarin minister Hugo de Jonge zijn woede uit over de column van Marianne Zwagerman, is langs de meetlat van ‘specifieke procesvoorwaarden’ niet meteen onverdeeld succesvol.
Waarom nu toch een gevaar dreigt rond de wappies? Onder de anti-institutionele-extremisten bevinden zich ook enkele aanhangers van rechtsextremisme, signaleert de AIVD. Die overlap vermengt nu niet, maar dit zou in de toekomst kunnen gebeuren, is de vrees die uit het rapport breed is opgepikt. Gebeurt zo’n vermenging wel, en dan ook nog eens op grotere schaal, dan vormt het ‘narratief van de kwaadaardige elite’ mogelijk op termijn een gevaar.
En dan vond de AIVD nog iets: “Behalve de overlap met rechts-extremisme, zijn er enige, meer verrassende, signalen dat enkele aanjagers binnen het islamitisch-extremisme interesse tonen in het narratief over een ‘kwaadaardige elite’.”
De AIVD blijft vervolgens wel schimmig over het waarheidsgehalte van de claims over de kwaadaardige elite die de wereld bestuurt. Wel claimt de AIVD dat dit verhaal niet klopt. Wat heeft de AIVD als onderzoeksvraag gebruikt? Het gaat om “een ‘kwaadaardige elite’ die de controle heeft over alle instituties in Nederland en de intentie heeft om, met behulp van verzonnen gebeurtenissen of interpretaties van daadwerkelijke gebeurtenissen, het volk te onderdrukken, tot slaaf te maken, of desnoods te vermoorden”:
Dat je met een beetje macht over een enkele institutie al veel kapot kan maken in de samenleving, is sinds de toeslagenaffaire breed bekend. Maar die verdiepingsslag maakt de AIVD niet, maar het borduurt voor op de meest extreme QAnon variant van anti-overheidskritiek.
En daar komt dan eindelijk de overheid in beeld als partij in dit proces: “Boodschappen van het narratief worden versterkt en in de hand gewerkt door grieven ten aanzien van daadwerkelijk overheidshandelen, zoals de toeslagenaffaire of andere persoonlijke frustraties met de overheid. Men voelt zich niet serieus genomen.” Dit wordt versterkt doordat het keer op keer gebeurt.
Hiermee is de oplossing meteen ook grotendeels in zicht, ziet de geheime dienst. De politiek zou eens de eer aan zichzelf moeten geven in deze, adviseert de AIVD, en dat geldt ook voor de rechtspraak, justitie, wetenschappers en media.
Juist de regering heeft zelf heeft een hele schatkist aan instrumenten om te werken aan ‘herstel van vertrouwen’ met de samenleving, begint haar conclusie: “Betrouwbaar tonen en betrouwbaar communiceren. Dat is cruciaal.”
“Communicatie over politieke beslissingen, beleid en gebeurtenissen zal hierin belangrijk blijven. Wanneer de publieke perceptie is dat besluitvorming transparant is verlopen en tegengeluiden serieus zijn behandeld, zal het narratief waarschijnlijk minder goed voet aan de grond krijgen.”
-
Binnenland1 week geleden
Vertrekkende senaat: farmaceutische belangen boven burgers
-
Binnenland7 dagen geleden
Coronawet en pensioenwet, wél voor de burger, maar niet voor politici?
-
Binnenland6 dagen geleden
Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel, vaarwel Kaag!
-
Binnenland1 week geleden
Vaccinatieschadeclaim, alleen Scrabble vaart er wel bij
-
Binnenland4 dagen geleden
TNO had maand voor pandemie al nepnieuws-bot gereed
-
Binnenland4 dagen geleden
De D66-traan als wapen werkt niet in een lege kerk…
-
Binnenland1 week geleden
Sorry, dit landsbestuur is compleet failliet
-
Binnenland2 dagen geleden
AIVD over kabinet: opstappen